
Mijn liefste "wat als"....

Twee weken na onze perfecte trouwdag (09.09.2016) kwamen we er tot onze verbazing achter dat we zwanger waren. Wauw, zo snel (tweede maand) hadden we niet bedacht. Zo ontzettend dankbaar en blij!
Met acht weken mochten we komen voor een echo, een kloppend hartje en alles was perfect. Niet te beschrijven hoe we ons voelden! Met 11 weken vertelden we het onze vrienden en familie tijdens het showen van onze trouwfilm. Aan het einde verschenen onze trouwschoenen met een klein setje minischoentjes ernaast. Iedereen was door het dolle heen. Van mijn vriendinnen groepen was ik eigenlijk overal de eerst een oh, iedereen leefde zo mee!
Tot die ene echo, woensdag avond, de 20 weken echo. Wij gingen er vrij relaxed in en dachten vooral aan wat we zouden krijgen: een jongen of een meisje. Maar dat bleek achteraf bijzaak te zijn. Tijdens de echo bleef het vaak lang stil, te lang stil. "Ze is klein, te klein", dat is wat de echoscopiste zei. De eerst reactie van ons was: een meisje! Daar reageerde zij vrij rustig op, inderdaad een meisje. Maar het was niet goed, we zouden worden doorverwezen naar het ziekenhuis want het was niet goed. BAM. Einde roze wolk, einde onbezorgde zwangerschap.
Hoe ik die avond thuis ben gekomen op de fiets van het echocentrum naar huis kan ik mij niet eens meer herinneren. Thuis belden we meteen onze ouders en die kwamen uiteraard meteen langs. We konden ze eigenlijk niets vertellen en alleen maar huilen.
Mijn werk direct gebeld dat ik even niet zou komen de komende dagen maar dat het vast goed zou komen, hoopte ik toen nog. Onze verloskundige belde die avond nog om te vragen hoe het ging, enige hoop was nog dat de meting verkeerd was aangezien de kleine meid zo druk was. Ze gingen zo snel mogelijk een afspraak maken in het ziekenhuis maar dat zou wel eens na het weekend kunnen zijn.
Gelukkig konden wij die vrijdag in het VU terecht, bij een fantastische gynaecoloog. Het was net alsof ze geen witte jas aan had, ze was lief, betrokken, begaan en vooral heel geduldig. De echo zag er opnieuw niet goed uit: te licht en te klein. Ze legde alles heel geduldig en veelvuldig uit, er was toch echt ook een vruchtwaterpunctie nodig. Die gingen we maar meteen doen, eerst nog even naar de wc. In de spiegel zag ik mezelf, onherkenbaar: dood op, rode vlekken tot aan mijn oren, mascara tot aan mijn kin en tranen biggelend over mijn wangen. Pieter kwam een kijkje nemen want het duurde wel heel lang. Samen liepen we terug en tijdens de vruchtwaterpunctie heeft hij mij geen seconde los gelaten. Want laten we de mannen ook niet vergeten, die alleen maar kunnen toekijken.
Tijdens de punctie was June ook weer zo druk en aanwezig, vrolijk aan het rond zwemmen en elke keer opzoek naar die naald waardoor we de punctie 4 keer opnieuw moesten doen. Uiteindelijk ging hij goed en mochten we naar huis: elke 5 dagen een echo was het voorschrift met daarbij: bedrust. Alleen van de bank of uit bed om naar de wc te gaan maar verder niks. Het kindje alle mogelijkheid geven om te groeien was de opdracht. Daar hield ik mij strikt aan. Het was vreselijk. Iedereen die mij kent weet dat ik 1. niet stil kan zitten en 2. niet de controle uit handen kan geven. Een cocktail gedoemd om te mislukken.
Maar toch was dit anders, het doel om June alle kansen te geven stond voorop. Elke echo in het VU in de weken er na waren hetzelfde: ze groeit in haar eigen lijn, dat is positief maar ze is echt heel klein en licht. Elke keer werd ook het perspectief besproken: we begonnen met inleiden op 36 weken, dat werd 34 weken, 30 weken en tot slot 27 weken.
Ook kregen we gesprekken met de kinderartsen van de NICU, wat de mogelijke bijwerkingen zijn van vroeggeborte en een dysmatuur & prematuure baby. Oef, dat was allemaal niet mals. We kregen meerdere keren de vraag: willen jullie doorgaan met deze zwangerschap?
Wekelijks gingen we naar de VU voor echo's en hingen we aan de telefoon met onze held: de gynaecoloog. Tot 23.4 weken: June was nu echt gestopt met groeien, er stroomde zelfs bloed terug vanuit de navelstreng ipv naar haar toe. Ze vroeg ons wat wij wilden, wij konden hier niets op antwoorden. Toen heeft onze gynaecoloog de knoop doorgehakt en zei: "we gaan je donderdag inleiden". Inleiden?! Ik moet dus echt bevallen, dat was even een schok maar verder kon ik aan niets denken, overlevingsstand ging aan. Na vier weken volledige bedrust en onzekerheid kwam daar een einde aan en dat idee vond ik ergens wel rustgevend.
Donderdag in de auto naar het ziekenhuis heeft ze nog een aantal keer heel hard geschopt, alsof ze het wist. Wat ben ik haar daar dankbaar voor. Nu ik zit zo schrijf biggelen de tranen weer over mijn wangen want dat gevoel, dat was onbetaalbaar. Eenmaal in het ziekenhuis kregen we het beste team wat we maar konden wensen. Ze waren zo lief, zacht, zorgzaam en ervaren. Tuurlijk zetten ze zulke mensen op dit soort bevallingen maar het voelde als rijkdom.
De wee-opwekkers waren vreselijk, al snel belandde ik in een weeënstorm en was er niet meer tegen de pijn op te boksen, de ruggenprik werd gezet (pas de 3 e keer lukte dat goed, auw) en dat was een hele verademing. Na een bevalling van 13 uur mocht ik eindelijk persen, hoe dan?! Hier had ik mij niet op voorbereid, hoe dat moest, geen idee! Na 5 keer persen zonder weeën kwam daar June ter wereld: 23.52u met 23.6 weken. Geheel in vruchtzak en al. Ze was prachtig, we kregen haar op ons gelegd en foto's wilde ik vooraf niet, zo dankbaar dat de verpleegkundige dat toch gedaan heeft! Eigenlijk vond ik het vooraf "eng" om haar vast te houden maar dat was nu absoluut niet zo. Het voelde zo goed.
We hebben een hele tijd geknuffeld en naar haar gekeken. Ze was helemaal af: handjes, voetjes, oogjes, alles er op en eraan. Ze was perfect. Helaas kwam daar de tegenslag: de placenta kwam niet mee dus ik moest naar de OK. Pieter achterlatend met June was vreselijk! Alleen de koude OK in was een ramp en alleen wakker worden na de verwijdering was rampzalig, ik heb mij nog nooit zo slecht gevoeld. Gelukkig na wat aandringen mocht ik terug naar Pieter waar mijn ouders en schoonouders al waren. Dat was zo fijn, het feit dat zij June gezien hebben, ben ik zo dankbaar voor!
Helaas moest ik nog 3 dagen blijven in het ziekenhuis want ik bleek het HELPP-syndroom te hebben, konden we er ook nog wel bij hebben. Eenmaal thuis deed ik al snel alsof het goed met mij ging en gingen de oogkleppen voor en probeerde ik mijn oude leven op te pakken. Eerst nog een vakantie naar Curaçao met Pieter om alles een plekje te geven en daarna weer vol aan de bak.
Tot het allemaal te veel werd en de klap 10x zo hard binnen kwam. Ik probeerde mijn verdriet te negeren omdat ik gewoon niet wist wat ik er mee moest maar dat werkt natuurlijk niet. Wat ik erg lastig vond waren de vriendinnen en collega's die om mij heen zwanger werden, dat ging natuurlijk gewoon door. Dat deed zo veel verdriet. Uiteindelijk hebben we heel veel gepraat met vrienden, deskundigen en lotgenoten en dat heeft ons weer de goede weg op geholpen.
Toen we voor een volgend kindje wilden gaan zat het ook niet echt mee: na 16 maanden hadden we eindelijk een positieve test in handen, wat duurde dat lang! Hiervoor moest ik elke 2 weken naar het VU voor echo's: ter controle of het nu wel goed ging. Achteraf bleek dat ik bij June placenta insufficientie had en dat wilden ze nu goed controleren. Confronterend maar fijn tegelijk.
Gelukkig ging alles perfect bij de zwangerschap bij Felin, nee onbevangen was hij niet maar wel goed. En nu: als ik nu naar ons kijk dan ben ik zo trots. Felin is ondertussen bijna 1,5 jaar oud en een ontzettende ondeugende, vrolijke, avontuurlijke en blije dreumes. Vaak genoeg denk ik aan hoe het geweest zou zijn met twee dames nu maar dat is altijd een "wat als" vraag. De vraag hoeveel kinderen we hebben en of Felin de eerste is, door vreemden gesteld, vind ik altijd heel lastig en antwoord ik vaak met heel veel pijn in mijn hart "ja, ze is de eerste" omdat ik niet altijd maar dat gesprek aan wil gaan.
Mijn grootste wens is, dat dit een onderwerp is waarover makkelijker gesproken wordt en dat je zonder heftige lading dit soort dingen zou kunnen bespreken. De bewustwording onder mijn vriendenkring om ons heen is door June natuurlijk wel enorm geworden, als we het over een kinderwens hebben dan weet iedereen dat niets vanzelfsprekend is want "ik neem kinderen" kan ik nog steeds niet aanhoren.
Een ontzettend mooi gesprek was laatst met mijn schoonzus. Ik vertelde dat Felin zo avontuurlijk en eigenwijs is, dat ze alles nadoet en graag meer wil dan dat ze kan, het zou zo een tweede kunnen zijn. Ik zei het als een grapje maar zij zei: "Maar Lies, het IS je tweede kind. Ze gedraagt zich zo omdat ze je tweede kind IS". Dat gesprek was zo ontzettend fijn en gaf ook weer nieuwe inzichten. Als ik toen zou weten wat ik nu wist, dan had ik dingen compleet anders gedaan: de pijn niet weggestopt maar aangegaan, nog meer erover gepraat, vriendinnen meer meegenomen in mijn proces... Maar juist de dingen die ik gedaan heb, hebben mij ontzettend gevormd tot wie ik nu ben. En niet te vergeten: heel dicht bij mijn man gebracht. Er is niets wat wij niet aan kunnen en niet kunnen overwinnen samen.
June is voor altijd bij ons, op wat voor manier dan ook. Het blijft soms lastig te bevatten en de "maatschappij" maakt het soms ook lastig wat mensen wel niet denken van ons verdriet, het kan tenslotte altijd erger.... Maar wat ik wel geleerd heb: jouw verdriet is jouw verdriet en dat is met niemand anders te vergelijken. Of je nu vroeg in je zwangerschap, laat of na de geboorte je kleintje bent verloren, het is op dat moment het ergste wat jou kan overkomen en dat moet je niet vergelijken met een ander.
Iedereen rouwt op haar eigen manier en dat is nu juist zo mooi. Laat je verdriet niet los maar leer het anders vasthouden.